Part of
Pluricentricity and Pluriareality: Dialects, Variation, and Standards
Edited by Philipp Meer and Ryan Durgasingh
[Studies in Language Variation 32] 2025
► pp. 165186
References (20)
References
Adviescommissie Taalvariatie. 2019. Visie op taalvariatie en taalvariatiebeleid. Visietekst van de Adviescommissie Taalvariatie in opdracht van het Algemeen Secretariaat van de Taalunie. [URL]
Ammon, Ulrich. 2005. Pluricentric and divided languages. In Ulrich Ammon, Norbert Dittmar, Klaus J. Mattheier & Peter Trudgill (eds.), Sociolinguistics. An international handbook of the science of language and society, 1536–1542. Berlin/New York: Walter de Gruyter. DOI logoGoogle Scholar
Ammon, Ulrich, Hans Bickel & Alexandra N. Lenz. 2016. Variantenwörterbuch des Deutschen. Die Standardsprache in Österreich, der Schweiz, Deutschland, Liechtenstein, Luxemburg, Ostbelgien und Südtirol sowie Rumänien, Namibia und Mennonitensiedlungen. Berlin: de Gruyter Mouton. DOI logoGoogle Scholar
De Caluwe, Johan. 2017. Van AN naar BN, NN, SN… Het Nederlands als pluricentrische taal. In Gert De Sutter (ed.), De vele gezichten van het Nederlands in Vlaanderen. Een inleiding tot de variatietaalkunde, 121–141. Leuven: Acco.Google Scholar
de Cillia, Rudolf & Jutta Ransmayr. 2019. Österreichisches Deutsch macht Schule: Bildung und Deutschunterricht im Spannungsfeld von sprachlicher Variation und Norm. Wien: Böhlau. DOI logoGoogle Scholar
De Rooij, Jaap. 1989. Zo’n dingen zeggen ze hier (niet). Regionale verschillen in het gebruik van zo’n en zulk(e). In Siegfried Theissen & Joseph Vromans (eds.), Album Moors. Een bundel opstellen aangeboden aan Joseph Moors ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag, 181–201. Liège: CIPL.Google Scholar
De Schryver, Johan. 2015. Hoe Vlaams is het Standaardnederlands van taalprofessionelen. Over Taal 54(1). 6–9.Google Scholar
Den Boon, Ton & Ruud Hendrickx. 2015. Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers.Google Scholar
Dhondt, Arne. 2024. Pluricentrisme in de praktijk. Naar een methode voor de codificatie van grammaticale verschillen tussen Belgisch Nederlands en Nederlands Nederlands. Gent, BE: Universiteit Gent PhD dissertation.
Dhondt, Arne, Timothy Colleman, Johan De Caluwe & Gauthier Delaby. 2020. Naar een pluricentrische Algemene Nederlandse Spraakkunst. Het gebruik van productiedata voor de beschrijving van nationale variatie. Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal — en Letterkunde en Geschiedenis, vol. 73, 85–133.Google Scholar
Dürscheid, Christa, Stephan Elspaß & Arne Ziegler. 2015. Variantengrammatik des Standarddeutschen. Konzeption, methodische Fragen, Fallanalysen. In Alexandra N. Lenz & Manfred M. Glauninger (eds.), Standarddeutsch im 21. Jahrhundert: theoretische und empirische Ansätze mit einem Fokus auf Österreich, 205–233. Göttingen: V&R Unipress. DOI logoGoogle Scholar
Elspaß, Stephan, Christa Dürscheid & Arne Ziegler. 2017. Zur grammatischen Pluriarealität der deutschen Gebrauchsstandards — oder: Über die Grenzen des Plurizentrizitätsbegriffs. Zeitschrift für deutsche Philologie, vol. 136, 69–91.Google Scholar
Ghyselen, Anne-Sophie & Gunther De Vogelaer. 2018. Seeking systematicity in variation: theoretic and methodological considerations on the “variety” concept. Frontiers in Psychology, vol. 9, artikel 385. DOI logoGoogle Scholar
Haeseryn, Walter, Kirsten Romijn, Guido Geerts, Jaap de Rooij & Maarten van den Toorn (eds.). 1997. Algemene Nederlandse Spraakkunst. Groningen/Deurne: Martinus Nijhoff/Wolters Plantyn.Google Scholar
Impe, Leen. 2010. Mutual intelligibility of national and regional varieties of Dutch in the Low Countries. Leuven, BE: Katholieke Universiteit Leuven PhD dissertation.
Kleiner, Stefan. 2011ff. Atlas zur Aussprache des deutschen Gebrauchsstandards. [URL]
Martin, Willy. 2001. Natiolectismen in het Nederlands en hun lexicografische beschrijving. Revue Belge de Philologie et d’Histoire 79(3). 709–736. DOI logoGoogle Scholar
Martin, Willy & Willy Smedts. 2009. Prisma Handwoordenboek Nederlands. Derde, herziene druk. Houten: Het Spectrum.Google Scholar
Niehaus, Konstantin. 2015. Areale Variation in der Syntax des Standarddeutschen. Ergebnisse zum Sprachgebrauch und zur Frage Plurizentrik vs. Pluriarealität. Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik 82(2). 133–168. DOI logoGoogle Scholar
Oostdijk, Nelleke et al. 2013. The construction of a 500 million word reference corpus of contemporary written Dutch. In Peter Spijns & Jan Odijk (eds.), Essential speech and language technology for Dutch: Results by the STEVIN-project, 219–247. Berlin: Springer. DOI logoGoogle Scholar