Article published In:
Historiographia Linguistica
Vol. 15:1/2 (1988) ► pp.317329
References (27)
References
A. Selected bibliography of Cornelis F. P. Stutterheim**
** For a full list of Stutterheim’s publications up to 1971 we would like to refer the reader to Stutterheim (1971), 298–312.
Cornelis F. P. Stutterheim. 1930. “Het begrip ‘Modaliteit’”. De Nieuwe Taalgids 271.296–308.Google Scholar
. 1941. Het Begrip Metaphoor. Een taalkundig en wijsgerig onderzoek. Diss., Univ. of Amsterdam. (Printed, Amsterdam: H. J. Paris, 1941.)Google Scholar
. 1947a. Stijlleer. Den Haag: Servire.Google Scholar
. 1947b. “Signifique et Linguistique”. Synthese 61.48–78. DOI logoGoogle Scholar
. 1949. Inleiding tot de taal-philosophie. Antwerpen: Standaard-Boekhandel; Nijmegen: Dekker & van de Vegt.Google Scholar
. 1954. Taalbeschouwing en taalbeheersing. Amsterdam: J. M. Meulenhoff. (2nd. rev. ed., 1965; 3rd. ed., 1970.)Google Scholar
. 1956. “Pos als taalfilosoof”. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie 481.65–73. (Repr. in Stutterheim 1971, 225–34.Google Scholar
. 1958. Taalbeschrijving en Taalwaardering. (= Tilliburgis: Publikaties van de Katholieke Leergangen, 5.) ’s-Hertogenbosch: Malmberg. (Repr. in Stutterheim 1971, 157–71.)Google Scholar
. 1960a. “Structuralism and Reconstruction: Some notes on the verbal system of Primitive Germanic”. Lingua 91.237–57. (Repr. in Stutterheim 1971, 102–119.) DOI logoGoogle Scholar
. 1960b. “Vrije en dienstbare etymologie”. Jaarboek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1959–1960, 111–30. Amsterdam: Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij.Google Scholar
. 1962. “Differences in Accentuation between Homonyms in Pairs of Minimally Differing Sentences”. Lingua 111.399–408. (Dutch version in Stutterheim 1971, 1–25.) DOI logoGoogle Scholar
. 1966a. “Time in Language and Literature”. The Voices of Time: A cooperative survey of man’s views of time as understood and described by the sciences and by the humanities ed. by J. T. Fraser, 163–79. New York: Braziller.Google Scholar
. 1966b. “Woord vooraf”. Betekenis en betekenisstructuur. Nagelaten geschriften van Prof.Dr. A.W. de Groot ed. by G. F. Bos & H. Roose, 571. Groningen: J.B. Wolters.Google Scholar
. 1967a. “Een mislukt beroep op de taalgebruiker”. Forum der Letteren 81.24–36.Google Scholar
. 1967b. “Postal versus Reichling and Uhlenbeck”. FoL 31.292–93.Google Scholar
. 1968. “Gothic and Phonology”. Lingua 211.443–54. DOI logoGoogle Scholar
. 1971. Uit de verstrooiing. Gesproken en geschreven taalkundige be-schouwingen. Leiden: Universitaire Pers Leiden.Google Scholar
. 1974. “Accentual relationships as viewed and used in language”. Dutch Studies 11.27–36. DOI logoGoogle Scholar
. 1979. “Interpretaties van metafoor en werkelijkheid”. Lezen en interpreteren. Een bundel opstellen voor S. Dresden ed. by E. van der Starre, F. F. J. Drijkoningen & W. Zwanenburg, 63–69. Muiderberg: Coutinho.Google Scholar
. 1981. “Dienstbare produktiviteit”. Produktiviteit in de morfologie. Een bundel artikelen opgedragen aan E.M. Uhlenbeck ed. by Bernard P. F. Al, Ariane van Santen & Henk Schultink, 64–73. Muiderberg: Coutinho. [= Forum der Letteren 22:1.]Google Scholar
. 1982. “Definitie of geen definitie. Problematiek van de definitie in de taalwetenschap, speciaal van de zinsdefinitie in Nederlandse grammatical”. Studies op het gebied van de geschiedenis van de taalkunde ed. by Lodewijk F. van Driel & Jan Noordegraaf, 35–51. Kloosterzande: Duerinck-Krachten.Google Scholar
. 1987. “Beeldspraak in de taalkunde der negentiende eeuw”. Deug-delijk vermaak. Opstellen over literatuur en filosofie in de negentiende eeuw, 203–12. Amsterdam: Huis aan de Drie Grachten.Google Scholar
B. Secondary sources
Coetsem, Frans van. 1956. Das System der starken Verba und die Periodisierung im älteren Germanischen. (= Mededelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde. Nieuwe Reeks, 19:1.) Amsterdam: Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij.Google Scholar
Coseriu, Eugenio. 1970. Die Geschichte der Sprachphilosophie von der Antike bis zur Gegenwart. Eine Uebersicht. I1. Von der Antike bis Leibniz. Tübingen: Tübinger Beiträge zur Linguistik.Google Scholar
Parret, Herman & Roger van de Velde. 1980. “Structuralism in Belgium and in the Netherlands”. Semiotica 291:1–2.145–74. DOI logoGoogle Scholar
Verburg, Pieter Adrianus. 1952. Taal en Functionaliteit. Wageningen: Veenman.Google Scholar
. 1975. Stand en Zin van de Historie der Taaltheorieën. Groningen: Wol-ters-Noordhoff.Google Scholar