Review published In:
Historiographia Linguistica
Vol. 35:3 (2008) ► pp.432438
References
Bonth, Roland de
1998 “De Aristarch van ’t Y.” De ‘grammatica’ uit Balthazar Huydecopers Proeve van Taalen Dichtkunde. Maastricht: Shaker.Google Scholar
Kate, Lambert ten
2001 [1723]Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake. Facsimile reprint, with an English and Dutch introduction by Jan Noordegraaf and Marijke van der Wal. 21 vols. Alphen aan den Rijn: Canaletto / Repro-Holland.Google Scholar
2002 [1710]Gemeenschap tussen de Gottische Spraeke en de Nederduytsche.Google Scholar
Ingeleid en bezorgd door Igor van de Bilt en Jan Noordegraaf
Cahiers voor Taalkunde, 19.) Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus.
Maat, Jaap
2004Philosophical Languages in the Seventeenth Century: Dalgarno, Wilkins, Leibniz. Dordrecht-Boston-London: Kluwer. DOI logoGoogle Scholar
Noordegraaf, Jan
2007 “Lambert ten Kate schrijft naar Dantsig: Brieven aan Johann Philipp Breyne”. De Achttiende eeuw 391. 96–101.Google Scholar
Roches, Jean Des
2007 [1761]Nieuwe Nederduytsche Spraek-konst. Heruitgave van de tekst door J. M. van der Horst met een inleiding door J. Smeyers. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus.Google Scholar
Rutten, Gijsbert
2003 “Vondels ‘volkomen voorbeeldt’: Transmissie van Vondelianisme in de achttiende eeuw: een didactisch program”. De Achttiende eeuw 351.135–152.Google Scholar
2004 “Geschiedenis van de taalkunde van het Nederlands, ca. 1650–1804”. Spiegel der Letteren 461.433–449. DOI logoGoogle Scholar
Schaars, Frans A. M.
1988De Nederduitsche Spraekkunst (1706) van Arnold Moonen (1644–1711): Een bijdrage tot de geschiedenis van de Nederlandstalige spraakkunst. Wijhe: Quarto.Google Scholar
Tollius, Herman
2007 [c. 1776]Proeve eener Aanleiding tot de Nederduitsche Letterkunst. Ingeleid en bezorgd door Roland de Bonth. (= Cahiers voor Taalkunde, 26.) Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus.Google Scholar
Verwer, Adriaen
2000 [c. 1759]Letterkonstige, dichtkonstige en redenkonstige schetse van de Nederduitsche tale. Uit het Latijn vertaald door Adriaan Kluit naar de editie-1707. Ingeleid en bezorgd door Igor van de Bilt en Jan Noordegraaf. (= Cahiers voor Taalkunde, 18.) Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus.Google Scholar
2002 “ Daer moet maer naerstig gelezen worden ”. Brieven over taalkunde (1708–1709). Ingeleid en bezorgd door Igor van de Bilt. (= Cahiers voor Taalkunde, 20.) Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus.Google Scholar
2005Taalkundige geschriften (1707–1711). Met de Letterkonstige, dichtkonstige en redenkonstige schetse van de Nederduitsche tale. Uit het Latijn vertaald door Adriaan Kluit en taalkundige brieven van Willem Séwel en Arnold Moonen. Bezorgd en ingeleid door Igor van de Bilt. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus.Google Scholar